toespraak van K.T.Z.A. b.d. Frank Marcus, in afwezigheid voorgedragen door Gerard Hegge ( indie-veteraan) 

 
 

Veteranen, partners, dames en heren
 
Het wil maar niet vlotten tussen de reünisten van de Tijgerbrigade en de directeur van het Veteranen instituut. Reeds een aantal jaren heeft hij zich telkens voorgenomen bij de reünie aanwezig te zijn, maar ook dit jaar heeft dat niet zo mogen zijn. Een spoedoperatie vanwege loslatend netvlies houdt hem aan huis gekluisterd. Gelukkig heeft veteraan Gerard Hegge zich bereid verklaard namens Frank Marcus wat woorden te zeggen tot de sobats van de Tijgerbrigade en alle andere reünisten die hier vandaag in Vught aanwezig zijn.  
De directeur van het Veteranen instituut zou als volgt gesproken hebben.
Natuurlijk wil ik beginnen met het organiserend comité van harte te complimenteren met wederom een grootse opkomst en een mooi en gevarieerd reünieprogramma. Ik weet dat Mariannne en Joop Pragt en al die andere vrijwilligers achter de schermen al het hele jaar bezig zijn geweest om deze reünie voor u allen vorm te geven. Graag een warm applaus voor hen!
 
In juni jongstleden hebben wij alweer voor de tiende keer de Nederlandse Veteranen ­dag mogen vieren. Misschien was u zelf in Den Haag of misschien hebt u elders in Nederland één van de vele lokale bijeenkomsten bijgewoond. U weet het - de Veteranen dag is in 2003 in het leven geroepen om Neder­land meer vertrouwd te maken met zijn recente militaire verleden en met alle mannen en vrouwen die daaraan gedurende vele jaren vorm en inhoud hebben gegeven.
 
Ik vind de Veteranen dag daarmee een prachtige uiting van maatschappelijke waardering voor al die 115.000 Nederlandse veteranen en hun thuisfront, en als je er goed over nadenkt dan is het verbazingwekkend dat de dag niet veel eerder werd ingesteld.
 
Want, dames en heren …… de band tussen Nederland en zijn veteranen is natuurlijk veel ouder dan 2003. Er is geen betere plaats om dat te zeggen dan hier in deze kazerne. Immers, het belang van een goede relatie tussen uitgezonden militairen en de samenleving die ze inzet, wordt al heel lang juist híer vorm gegeven. Deze kazerne staat symbool voor de verbondenheid van de veteranen met de krijgsmacht – wij voelen ons hier dan ook uitstekend thuis! Een mooie ambiance om elkaar opnieuw te ontmoeten en natuurlijk terug te denken aan de tijd van toen – en aan de maten die dit vandaag helaas niet meer mogen beleven.
 
Dames en heren, het is mijn vaste overtuiging dat we de overleden militairen/veteranen pas écht eren als we ook hun nog levende kameraden respectvol behandelen. Wat dat betreft is er de laatste twintig jaar In Nederland en ook in de omgang met onze Indiëgangers gelukkig heel wat verbeterd.
 
Inmiddels is er waardering voor hun, ja, voor Uw werk ontstaan, en zijn we ons als samenleving bewust geworden van de onmogelijke positie waarin de toen uitgezonden Indië-gangers door de toenmalige politiek zijn gebracht. Pijnlijk daarbij is wel dat die waardering, zeker in nationaal verband, lange tijd niet of nauwelijks werd uitgesproken.
 
Wij Nederlanders zijn nooit zo uitbundig en dat was wrang voor die grote groep Indië- en Nieuw-Guineagangers die in de jaren tussen 1945 en 1962 in opdracht van de toenmalige regering tevergeefs heeft geprobeerd het tij van de dekolonisatie te keren.
Bij Uw terugkeer in de civiele samenleving ondervond U niet het luisterend oor en het begrip wat minstens een deel van U nodig had, en waarop U in ieder geval allemaal recht had. U kwam terug in een land dat afstand wilde nemen van zijn koloniale verleden. En daarbij paste niet een voortdurende herinnering aan het gewelddadige einde van dat tijdperk.
Dat leidde tot een gebrek aan aandacht daarvoor, inclusief het gebrek aan aandacht voor de ruim 6200 militairen die achterbleven op de erevelden in de Oost.
 
Pas decennia later, medio jaren ’80, zie je dan een omslag in denken – een omslag die overigens vooral door de Indiëgangers zélf werd bewerkstelligd en die stapsgewijs heeft geleid tot de ontwikkeling van een voldragen veteranenbeleid. Ik noemde u al de instelling van de Nederlandse Veteranen dag als duidelijk maar zeker niet als enig voorbeeld. Mensen als luitenant-generaal Ted Meines , de vader der veteranen – afgelopen donderdag 93 jaar geworden! , de Inspecteur der Veteranen , luitenant-generaal Hoitink en organisaties als de BNMO, het Veteranen platform en – sinds 14 jaar – ook het Veteranen instituut zijn samen met het Ministerie van Defensie nog dagelijks in de weer om alles nog verder op orde te krijgen – en niet zonder succes, durf ik te zeggen. Het meest tastbare bewijs is de Veteranen wet, die eindelijk ook officieel in werking  is getreden op 28 juni 2014. Voorwaar een mooie datum! Door deze wet heeft de volksvertegenwoordiging het belang willen onderstrepen van Uw inzet voor het Koninkrijk de Nederlanden.
 
Toch neemt dit alles niet weg dat voor veel jongere Nederlanders de militaire inzet in het voormalig Nederlands-Indië een gebeurtenis is waar ze hooguit ooit iets over hebben gehoord – een alinea in een geschiedenisboek.
 
Voor heel veel Indiëgangers zélf daarentegen is die inzet van zo lang geleden een hele tastbare werkelijkheid, die nog iedere dag een rol speelt in hun leven. En dat geldt zeker ook voor hun partners, familie en nabestaanden.
 
De rijen Indiëgangers dunnen nu snel uit. Ik hoor in mijn rondgang door Nederland regelmatig dat men zorg heeft om de continuďteit van de herdenkingen en de verenigingen van Indiëveteranen.  Herdenkingen zoals die in Roermond en ook reünies als vandaag zullen echter blijven doorgaan, ook nu de generaties veteranen elkaar opvolgen.
Ik vind dat ook belangrijk. Straks zullen immers de jonge mannen en vrouwen die hebben gevochten in bijvoorbeeld Afghanistan, voormalig Joegoslavië en Irak de fakkel van de Indiëgangers overnemen.
 
Zij het anders dan in de naoorlogse jaren werden ook zij geroepen hun taak te vervullen en soms het hoogste offer te brengen. U als Indiëgangers waren daarbij voor hen een inspirerend voorbeeld. Wij zijn u daarvoor dankbaar en we zullen dat niet vergeten!
   
Wij willen namelijk ook in de toekomst uw inzet en offers in Indië blijven herdenken. Op die manier maken we als samenleving duidelijk dat we ons met u verbonden voelen, dat we solidair zijn en dat we uw ervaringen blijvend tot de onze willen maken. U was er toen wij dat van u vroegen. Omgekeerd mag u er op rekenen dat wíj er zullen zijn als u dat nodig heeft. Vandaag  ….. en in de dagen die nog zullen komen.
 
Ik wens u in die geest een betekenisvolle reünie toe en ik spreek het voornemen uit om er in 2015 wel zelf bij aanwezig te zijn!
 
Met veteranengroet – Frank Marcus, directeur Veteranen instituut.
 Ik dank u voor uw aandacht.  

 

 

 

 

                                                                     terug naar index     terug naar nieuws