I N  M E M O R I A M  

Kapitein J.B.F.Veldman

03-04-1907 -  † 10-06-1946 

en

2e Luitenant J.C.J. Fick 

 26-02-1921  -  † 10-06-1946

Met militaire eer ..........
 
 
Op 10 juli werd de Brigade zwaar getroffen door den tragischen dood van twee harer officieren den Kapitein J.D.F. Veldman en den  2en lt. J.C.J. Fick, beiden van II - 6 R.I.  
          
Onder zeer groote belangstelling werd hun stoffelijk overschot den  zelfden dag begraven met de aan hun rang toekomende militaire eer.  Hiermee zijn weer twee mannen van het eerste uur uit onze gelederen  getreden. Zij waren immers beiden figuren voortgekomen uit het verzet die van leider eener B.S.-groep officier werden bij een L.I.B.   
 
Ik zie Veldman nog voor me, toen hij in November '44 na zijn evacuatie uit Oosterhout ( Bet.) ons bureau te Breda letterlijk binnenstormde en met zijn enorme gestalte en drukke gebaren als het ware de geheele kamer vulde. "Hij moest werk hebben en direct. Vechtwerk; liefst  vooraan. Granaten deden hem niets. Had hij in de Betuwe mee leeren omgaan". 
 
Hij moest echter wachten tot wij wat meer van hem wisten en elken dag, veertien dagen lang, lifte of fietste hij van Chaam, waar hij zijn  gezin had ondergebracht, naar Breda om ons achter de veeren te zitten met zijn schampere opmerkingen over bureauhelden.  Daarop kreeg hij Geertruidenberg, toen nog in de frontlijn gelegen  voortdurend onveilig gemaakt door Duitsche patrouilles. Hij organiseerde daar de door onderlinge ruzie verdeelde B.S. tot een echte compagnie met appèls, exercitie en kaderopleiding. Er kwam een kazerne  en een schietbaan, die weliswaar niet heelemaal ongevaarlijk was voor  de burgerij van Geertruidenberg, maar dat ongemak moesten zij maar nemen. Hij organiseerde alles met de hem eigen onstuimigheid en doorzettingsdrang. Dat hij hierbij vaak in botsing kwam met het M.G., dat in hem een soort opstandeling zag, is vanzelfsprekend. 
 
En dan kwam hij weer naar Breda met zijn onafscheidelijke Schmeisser, op de moffen buitgemaakt, en spuwde al zijn woede eens uit. Bijna  zijn geheele compagnie ging met hem over naar I-6RI en, toen hij hoorde , dat het tweede bataljon naar Indië ging, was hij er bij met vele van zijn mannen.
 
Fick was een geheel ander type, niet minder vurig en fel, doch uiterlijk meer beheerscht. Met twee vrienden, die later met hem overgingen naar II - 6, organiseerde hij de compagnie Oosterhout. Toen de tegenwerking van een ouderen commandant eenmaal overwonnen was, werd door dit drietal, ondanks het gebrek aan letterlijk alles, een model-organisatie die tot stand gebracht. Fick had toen niet de militaire kennis, maar doorzijn scherpzinnigheid en ontwikkeling leverde hij niet de onbelangrijkste bijdrage tot het slagen van het werk.
 
Twee typische figuren uit den tijd van de opkomst der"oude" L.I.B.'s zijn heengegaan. Kerels, die aanpakten en bleven doorzetten ook al leek het af en toe, dat ze van elken steun van boven af waren verlaten. Kerels, die de eene teleurstelling na de andere slikten en weer van voren af aan begonnen tot zij eindelijk hun bouwsteen voor het nieuwe leger mochten invoegen in het groote geheel. Zoo wordt de moeizame wording der oude bataljons langzamerhand historie. Ik weet niet, of de latere kroniekschrijvers bij de geschiedenis  en van het zesde hun namen zullen vermelden. Maar dat doet er ook niet toe. Daarvoor hebben zij hun werk niet gedaan, maar voor de bevrijding. In het herstel van hun Vaderland, waarvoor ze nu hun leven gaven.  Hun dood is een schok voor ons geweest: een waarschuwing, dat de strijd nog niet is gewonnen, dat we nog feller moeten zijn, nog meerkracht achter het werk moeten zetten
En dat zullen wij!
Terwijl gij in vrede rust, wordt het werk waarvoor gij u leven gaaft voortgezet: tot het einde!

De Tijger, no. 11, zaterdag 13 juli 1946 

.
"Den Vaderlant ghetrouwe
blijf ick tot in den doet" 
In uwen godvruchtige gebeden wordt aangeboden
de Ziel van Zaliger
 
Jacobus Bernardus Franciscus Veldman
 
Kapitein C.O. Staf comp'ie II - 6 R.I.
Hoofd der R.K. School te Oosterhout ( Gld)
Echtgenoot van Rozalia Kardos.
 
Hij werd geboren te Lattrop ( Ov.) 3 April 1907, sneuvelde in dienst van het Vaderland te Semarang op Java 10 Juli 1946 en werd dienzelfden dag begraven op het R.K. Kerkhof aldaar. 
Een innig geliefde echtgenoot, een zorgzame vadervan zijn kinderen, een enigste zoon van zijn moeder ging plotseling in de volle kracht van zijn leven van ons heen. 
Terwijl zijn brieven ons nog ontroerden om zijn innige  zorg en liefde voor de zijnen, trof ons de verpletterde tijding van zijn tragische dood. Schreiend van droefheid om dit onherstelbaar verlies, willen wij ons hoofd in onderwerping buigen voor Gods ondoorgrondelijke raadsbeslui-
ten. De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen de Naam des Heren zij geprezen.
 
In den vreemden verwijlden zijn gedachten steeds bij zijn vrouw en kinderen, die hij zo innig liefhad en met wie hij zo gelukkig was; na God was aan hen zijn hele leven gewijd. In militaire dienst toonde hij zich principieel katholiek en een vurig apostel. Zijn heengaan betekende 
( althans getuigde zijn Aalmoezenier ) een zware slag voor de katholieke zaak. Altijd was hij een voorbeeld;voor zijn collega's en ondergeschikten was hij een sterke steun en een goede vriend. Blij en opgeruimd ging hij
door het leven, omdat hij zich bewust was van zijn vriendschap met God en zich beschermd wist door de Sterre der Zee, die hij met kinderlijke liefde vereerde
Dierbare echtgenote, wij waren één van hart en ziel. Treur niet, gelijk zij, die geen hoop hebben. In den hemel zullen wij elkander wederzien. Vertrouw op Gods voorzienigheid; Hij zal alles ten beste regelen. O God,
bescherm de kinderen, die Gij geschonken hebt.
Lieve kinderen, houdt uw moeder in ere, weest eendrachter onder elkander, dient God getrouw en leeft zo dat ge de dood niet behoeft te vrezen.
En gij, dierbare moeder, die uw enigst kind zo innig hebt liefgehad, wees getroost: ik ben thans in de hemel,  vanuit hier zal ik met vader uw voorspreker zijn bij God.

 

HIJ RUSTE IN VREDE
 
Uw raadbesluiten, o God, zijn ondoorgrondelijk
en ons begrijpen veel te klein. Daarom zeggen
wij het Uw goddelijken Zoon na:"Niet Mijn
Wil, maar de Uwe geschiede".
 
Gedenk in Uw gebeden en H.H. Missen,
 
Jacques C.J. Fick,
 
2e luitenant Bat.Staf II - 6 R.I. K.N.L.
geboren te Oosterhout 26 februari 1921 en te
Semarang ( Java) gevallen in dienst
van het Vaderland op 10 Juli 1946
       
 
Hen die je vonden maakte je tot vrienden
gedrongen in hun geestdrift naar je koel
beleid en strakken opgang naar het doel;
met eerlijk willen wist je hen te binden
 
Jij waart hun rust bij 't angstig gewoel
van stillen strijd door de gelijkgezinden;....
en langs je  glimlach wisten ze te vinden
de warmte van je hart, je meegevoel.
 
Je hebt je jonge lichaam veil gegeven
voor plicht en roeping deed het hoogste bod
en, vallend werd je vaan in top geheven;...
 
Je glimlach keerde niet het doodend schot,
maar in je offer blijf je verder leven
voor ons jevrienden, voor je land, voor God.
 
Joop Hoven

 

begrafenis Veldman en Fick                foto H.J. Lankhuizen

Dr.C.P.M. Romme bij de graven van Veldman en Fick  foto nat.archief

 

 

  
 

                                  terug naar zij keerden      /      meer over Veldman en Fick      / terug naar fotoalbum