De geschiedenis  van 2 - 6e Regiment Infanterie.

De stam van 6e Regiment Infanterie dateert  vanaf 18 november 1602. Opgericht onder de naam Regiment Lambert Charles en ging te Rotterdam ,  toen de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden en oprichting van Koninklijke Landmacht in 1813/1814 een feit werd, over in het  2e regiment infanterie  onder de naam van  het Linieregiment van Phaff. (genoemd naar de oprichter en eerste regimentscommandant kolonel J.E. Phaff (1751-1823).
In de negentiende eeuw is de naam van het korps enkele malen gewijzigd, maar het nummer bleef steeds onveranderd..
Het 2e Regiment Infanterie  werd  al onder de naam 124ème Régiment d’Infanterie de Ligne ingezet  in de tijd van Napoleon tijdens de slag bij Waterloo en de Russische veldtocht in 1812 onder leiding van  luit-kol  J. Speelman, die in 1815  opvolger werd van commandant Phaff.
 
 
Toen de Koninklijke landmacht op 9 jan 1814 officieel werd opgericht,  was dit eigenlijk een heroprichting van het Nederlandse leger, want  het toen gehete Staatse leger  werd  door reorganisatie  t.g.v de Bataafse omwenteling in  1795 en de stichting Koninkrijk Holland  toegevoegd aan het Napoleons ‘Grande Armée’. 
Hierdoor werden dus de Hollandse regimenten dus ontbonden. Vandaar dat er dus sprake is van een heroprichting van de Koninklijke Landmacht.
 
 
Zowel voor de Eerste Wereldoorlog als voor de Tweede Wereldoorlog  zijn door reorganisatie en uitbreidingen nieuwe Regimenten oa. in 1905 11 R.I. uit 2 R.I. voortgekomen.  In 1913 en 1939 kwamen uit 2, 6 en 11 R.I., de stamonderdelen van de Limburgse Jagers, negen nieuwe regimenten voort.  
Uit 2 R.I.  kwamen 13, 26 en 37 R.I. en uit 6 R.I. kwamen 17,  30 en 41 R.I. voort.
 
 
De meeste van deze Regimenten  waren in de meidagen van 1940 ontstaan in Zuid-Limburg, de Maaslinie en de Peel-Raamstelling (onder andere bataljons van 2 en 6 R.I.). Andere, waaronder 11 R.I., waren betrokken bij de verdediging van de Grebbelinie en de IJssellinie.
 
 
Aan het eind  en na de Tweede Wereldoorlog werden 2, 6, 11 en aanvankelijk ook 13 R.I. heropgericht  (13 R.I. was in 1913 voortgekomen uit 2 R.I. en de tradities ervan zouden in 1947 weer naar het moederregiment terugkeren). 6 en 17 R.I. werden pas in 1947 tot 6 R.I .herenigd, toen 14 R.I. tot 6 R.I. werd omgenummerd. Van deze regimenten werden in de jaren 1946-1948 achttien bataljons naar Nederlands-Indië verscheept om daar in het kader van de grootste militaire operatie die Nederland ooit heeft uitgevoerd, te helpen bij het herstel van orde en vrede.

In de jaren 1815 - 1840 was Breda de eerste standplaats van de staf van 2 R.I. .
Tijdens de jaren 1840, 1844-1847, 1864-1893 was de staf van 2 R.I. gevestigd in Maastricht. 
Van 1913 tot 1940  zat de staf in Venlo.
 
 
De bataljons van 2 R.I. waren afwisselend onder meer in Venlo, Roermond en Maastricht gelegerd. 
Voor 1940  werden  de bataljons aangeduid met Romeinse cijfers ( dus in dit geval II-6 RI)  maar na 1945 met Arabische cijfers ( dus 2-6 RI)..
 
 
De naam  Sepatoe Roesak  of de kapotte schoen  is bij oprichting van 1-6 R.I. ontstaan doordat uit weinig middelen toch een onderdeel werd gevormd en gekleed. Het was een kleurrijk geheel. Veelal liepen de jongen of in eigen burgerkleding of  in overal en op eigen schoenen. Aangezien schoeisel in oorlogstijd een grote schaarste was, waren ook de schoenen niet meer van optimale kwaliteit. Tot op heden wordt door overlevenden van dit bataljon de bijnaam  nog met trots  gedragen. De naam werd overgenomen door II-6 R.I. nadat 1-6 R.I. was toegevoegd.
 
Na de Tweede Wereldoorlog maakten 2 R.I., 6 R.I. en 11 R.I. van 1946 tot 1950 deel uit van het in Venlo gevestigde 5e Depot Infanterie.
 
 
Op 1 Juli 1950 werden de regimenten infanterie  2,6, en 11 opgeheven  en gingen op dezelfde datum over naar het Regiment Limburgse Jagers.
Op 4 Augustus 1977 werd bepaald dat het Regiment Limburgse Jagers de voortzetting is van het 2e Regiment Infanterie en tevens is belast met de bewaring van de tradities van het 6e Regiment Infanterie. 
Bovendien werd bepaald dat het 2e Regiment Infanterie moet worden aangemerkt als de voortzetting van het 2e Regiment Infanterie van Linie van de Bataafse Republiek en van de eenheden waaruit deze was ontstaan en die tot 1813 eruit zijn voortgekomen. 
Het oudste stamonderdeel ten tijde van de oprichting van de Koninklijke Landmacht in 1813/1814 en de vestiging van het Koninkrijk der Nederlanden is het op 23 November 1813 opgerichte Linieregiment van Phaff; het oudste stamonderdeel van zijn voorganger is het op 18 November 1602 opgerichte Regiment van Lambert Charles.
( Deze bepaling is bij het KB d.d.12 Maart 1977 (nr. 101; ministeriële beschikking d.d. 4 Augustus 1977, nr.10746/A; Landmachtorder nr. 77023) besloten.

           

terug naar index