Er was eens ............

 
Lang geleden ( zo'n vijftig jaar ) Nederland was voor een gedeelte bevrijd door de Amerikanen, Engelsen enz. Hij werd bevrijd door de Amerikanen en meldde zich als O.V.W.er in militaire dienst. Hij werd soldaat, eerst bij de orde Dienst, later bij II-6 RI. Via omzwervingen; Lotum, Duitsland, Frankrijk (Fournes) naar Engeland vertrok hij naar Nederlands Indië, met een groot troepentransportschip "de Nieuw Amsterdam". Zo'n joekel had hij nog nooit gezien. Je kon wel turen op het water, maar nergens was er land te bekennen. Zoveel water, hij was wel eens naar het zwembad geweest, maar dit was ongelooflijk. En je werd er nog misselijk van ook, dagen achtereen was hij zeeziek. Dan was hij altijd te vinden aan de reling. God, wat kan je je daar beroerd van voelen. 
Eindeloos varen van de ene haven naar de andere. Na ongeveer 30 dagen kwam het eind in zicht. Hoewel de grote kolos nog een dag stil heeft gelegen. Waarom het naar Brits Indië ( Malakka ) ging begreep de soldaat niet. Men ging aan land en oefende er zes maanden op de kust bij het plaatsje Morib Beach. 

Op een gegeven ogenblik trok hij toch zijn stoute schoenen aan, in een gesprek met een man met drie sterren: "Kapitein, ik zou liever......" verder kwam hij niet, want het antwoord kwam meteen. "Lieverkoekjes worden in dienst niet gebakken, INRUKKEN!!!" Hij had het eigenlijk kunnen weten, de soldaat van de oude stempel, niet zeuren, maar aanpakken. 
 
Aan alles kwam een eind, op een gegeven moment werd koers gezet naar Java. We gingen aan land bij Semarang. Alles verliep voorspoedig, hij belandde op een van de vele voorposten rondom Semarang. Hij liep zijn patrouilles, stond op wacht achter de zandzakken en tuurde in de verte over de sawahvelden. Was op Tjandi op het kerkhof om afscheid te nemen van zijn vrienden. De doffe knallen van de geweren ( erepeloton) bracht hem terug naar de werkelijkheid. Na afloop ging hij weer terug naar zijn voorpost in de kampong, waar hij zijn beslommeringen van alle dag op nam. 
 
Het werd Pasen, Kerstmis, Nieuwjaar onder de tropenzon. Met kerstmis was er kerstpudding met rum, dronk er thee uit de grote ketel, ( zo groot als een ligbad) Zag ook de verandering van sigaretten, North State werd High Way en daarna Midway. Hij at aardappelpuree, waarvan na afloop de rest werd gebruikt om de enveloppen mee dicht te plakken. Iedere dag trouw de malariapil, sliep onder een klamboe tegen de muskieten, smeerde hij zich in met muskietenolie als hij 's nachts op patrouille ging. Zo verstreek de tijd, het werden maanden , jaren. 
 
Ongeveer half Juli 1947 ging er wat veranderen. Er kwam actie ( de eerste politionele actie) Hij kreeg achterin zijn rugzak mortiergranaten. Op zijn buik droeg hij de patroontassen, kreeg handgranaten. Eindelijk voelde hij zich in zijn element, de moeheid was uit zijn lichaam verdwenen. Boven in de lucht verschenen de eerste jagers, over de weg ratelde de rupsbanden van de carriers. Alles liep op rolletjes, achter elkaar liepen ze nu het vijandelijke gebied binnen, richting het onbekende. De bewoners verschenen langs de weg om hun toe te juichen. In hun ogen kon je lezen"Waar bleven jullie zo lang?" Na enkele dagen van veel kilometers hoorde hij de radioman roepen "Charles, hier is Pieter, we hebben ons doel bereikt, over Pieter". Hij had wel naar Solo of Djakarta willen lopen. Maar niet zeuren, van de politiek begreep hij toch niets en zo zat hij enkele dagen later weer achter de zandzakken, nu in Salatiga. Op het einde van de week kreeg hij zijn soldij ( 1,25 per dag , dus f 8,75 per week) Nu kon hij weer briefpapier kopen. Hij schreef dikwijls naar huis. Pap en Mam alles gaat goed en ik draag de rozenkrans nog altijd in mijn broekzak. We komen spoedig naar huis, met vele groeten. Na verloop van tijd ontving hij formulieren om in te vullen. Wij zouden spoedig worden afgelost. In Nederland was alles geregeld, maak jullie maar geen kopzorgen. 

Op de formulieren werden vragen gesteld als: Waar ga je wonen als je weer in Nederland bent; Kun je je oude baan weer opnemen, enz. Maar na verloop van tijd hoorde je er niets meer van. Het werd zelfs 1948 toen er beweging in kwam. De soldaat was moe en wilde naar huis. Het doet je toch wat als je de kustlijn van Nederland eindelijk ziet. Dat deed hem wel wat, na vier jaar eindelijk weer thuis in zijn vertrouwde omgeving. Vier dagen voor hij afzwaaide werd hij bevorderd tot soldaat eerste klas. 

Na vijftig jaar later blijven alleen de herinneringen over van het land van de GORDEL VAN SMARAGD. De media heeft in de afgelopen jaren zich nogal negatief uitgelaten over zijn doen en laten in het voormalig Indië. De soldaat van de oude stempel is diep teleurgesteld. De regering boog zich onlangs over een uitkering van f1.000,- als erkenning, De politiek beslist, tweede kamer, eerste kamer, kabinet, Raad van State moeten zich er nog over uitspreken.

 

De soldaat heeft al een kleine berekening gemaakt, 4 jaar militaire dienst maal 465 dagen per jaar is 1860 dagen en dit delen door die f 1.000,/ is 0,54 soldij per dag, echt geen vetpot. Ieder jaar gaat hij trouw naar de reünie, ontmoet daar zijn vrienden uit de oost, alleen vrienden heten nu sobats. 
Begin September is hij te vinden bij de herdenking in Hattem. Bij de LAST POST probeert hij zijn oude spieren te strekken en zoeken zijn kromme vingers de naad van zijn broek. In de verte naderen de vier vliegtuigen, waarvan een vliegtuig boven Hattem recht omhoog gaat als eresaluut. Dan dwalen zijn ogen naar de zuilen waarin de namen zijn gegraveerd van die Sobats die in Nederlands Indië zijn achtergebleven. Dan was er eens een oud mannetje dat zijn tranen niet meer kon bedwingen.   (uit de sepatoe roesak  dec 97)                                                                                        

       A.M.  Schouten, hospik 2-6 R.I.

                                                                                          

                                terug naar verhalen   /  terug naar index