De Bakkerij 

 
 
Vanuit het broederhuis, alwaar wij niet uit mochten, gingen wij met onze Cie  naar de Boeloebrug. Daar was onze commandant Lt. Hendriks, die na een bezoek aan de Kampong 14 dagen straf had gekregen. De overkant van de brug was spergebied die naar het vliegveld ging. Wij liepen daar met Engelse militairen patrouille. Na een paar dagen vertelde een van mijn collega’s  dat het leger bakkers zocht. Zodoende ben ik met 3 van 13 RS en een van de stoottroepen bij een chinees  bakkerij op Plamtitan begonnen. Die Chinees had 3 kinderen . Wij hadden boven een slaap – en verblijfkamer. Wij waren geheel zelfstandig en kregen foerage van onze bataljons. In die periode kwamen er veel militairen bij ons brood eten. Wij werkten in de bakkerij met chinezen en koelies die hout aanvoerden voor de over en ad en toe brood stalen. Ze hadden een goed salaris. Later is er nog een bakkerij bijgekomen . Wij zijn met die andere bakkers naar het Borsemeijgebouw vertrokken welke als bakkerij was omgebouwd met 10 ovens en chinees personeel. Op een gegeven moment bakten wij tussen de 10 en 20 duizend broden in 24 uur ( ploegendienst ) Kerstmis 1947 ben met  een collega naar Tjimalie bij Bandoeng vertrokken naar een school maar dat was geen succes. Later voor militaire administratie. Terug naar Semarang en gewerkt bij het hoofdkwartier van de T-Brigade in het NS gebouw op de Bodjong. Nadat ik had geklaagd over mijn maag stopten ze mij in het militair hospitaal alwaar ik gelegen heb tot twee a drie dagen voor het vertrek naar Nederland met 6 R.I. Vanuit Semarang met de boot naar Batavia. Enige dagen daar in een kamp en vervolgens met de Johan van Oldenbarnevelt naar Nederland alwaar ik een neef ontmoette van 8RI, die ik op de heenreis ook al had ontmoet. Twee dagen na Pinksteren 1948 kwamen wij in Amsterdam aan . Vervolgens met de autobus naar huis, nadat wij ons geld en verlofpas voor een maand hadden ontvangen. 
 
Door  J.Hofman Breda.